Ik hoor het mijn patroon nog zeggen: “Het komt heus wel goed. Rustig maar.” We zitten samen in zijn auto naar de rechtbank Haarlem, onderweg naar mijn allereerste zitting. Ik had hem vlak daarvoor gevraagd of hij de auto aan de kant wilde zetten. Ik was lijkbleek en kon nauwelijks nog iets uitbrengen. “Nee, je moet de auto nu echt stoppen.” antwoordde ik hem. “Het komt niet goed.” Hij bromde nog wat, maar trapte toen toch op de rem en ik kon nog net op tijd de auto uitspringen om in een keurig Haarlems voortuintje mijn ontbijt van die ochtend eruit te gooien. “Mijn god, wat gênant dit” was de overheersende gedachte op dat moment. Die werd opgevolgd door de gedachte: Ik had hem echt even moeten waarschuwen voor mijn wagenziekte. Zeker met zijn rijstijl.
Nee, bang dat het niet zou lukken op de zitting was ik niet. Ik wist dat dat inderdaad wel goed zou komen. Tijdens zittingen was ik altijd in mijn element. Vooral tijdens re- en dupliek. Juist als alle kaders wegvielen en er “vrije speelruimte was”, als ik in het moment mocht voelen wat er nodig was, kon improviseren en intuïtief kon handelen, dan was ik op m’n best. Dan ben ik op mijn best. Als stagiaire was ik me daar nog niet bewust van. Daarom kon het ook gebeuren dat ik steeds vaker verder van mijn “kwaliteit” afraakte en dit in mijn verdere loopbaan alleen sporadisch aan de orde was. Tijdens die enkele zitting, tijdens sommige besprekingen was het er. Maar uiteindelijk veel te weinig voor wat ik echt nodig had om gelukkig te zijn in mijn werk. En zo ontstond – achteraf gezien – de voedingsbodem voor mijn burn-out. Ik deed steeds minder wat ik echt leuk vond en wat mij gemakkelijk afging en ik richtte mij voornamelijk op de verwachtingen van anderen, op het werk dat nu eenmaal gedaan moest worden. Ik deed het werk goed, maar echt voldoening gaf het niet, waardoor ik feitelijk in een constant onzichtbaar gevecht verkeerde met mijn natuurlijke talenten. Inmiddels zijn mijn kernkwaliteiten, mijn innerlijke kracht, de essentiële randvoorwaarden en mijn talenten in dit leven glashelder voor me. En ik maak er in mijn werk als trainer en coach dankbaar gebruik van. Ja, ik gebruik nog steeds PowerPoint in mijn trainingen, maar vooral om er mee te kunnen spelen. De structuur en volgorde wordt uiteindelijk altijd anders. En ik heb geleerd daarop te vertrouwen. Strakke regels, kaders, methodes: het werkt niet voor mij. Want juist in de vrije ruimte, in die flow, in het moment, ontstaat datgene wat ik met mijn werk wil bereiken: verbinding, raking, herkenning, inzicht. Weet jij voor jezelf wat jij nodig hebt om in je element te komen? Weet jij waar je echt goed in bent? Wat jouw unieke potentieel is als jurist of advocaat? Wanneer vergeet jij alle tijd? Wanneer ben jij in flow? Wat is jouw zone of genius? Ik zie het helaas vaak dat mensen het niet weten, omdat ze – net als ik destijds – ver hiervan weggedreven zijn. Van datgene wat ze super makkelijk en moeiteloos afgaat. En als dat gebeurt, dan wordt werken inderdaad hard werken. En dan worden de kritische stemmetjes in je hoofd steeds luider: “Ik moet nog beter mijn best doen. Die collega kan dit veel beter dan ik. Ik moet echt nog een avond doortrekken om dit echt goed te krijgen. Het is veel te veel. Het lukt me toch niet” Etc., etc., etc. Het vraagt om een bepaalde eigenzinnigheid om datgene te doen wat jou makkelijk afgaat. Om daarvoor te gaan staan. En juist niet de weg van de weerstand te kiezen, die zo ontzettend gangbaar is. Je vergelijken met anderen, doorploeteren op een pad dat niet het jouwe is, voornamelijk rationeel keuzes maken, dingen doen “zoals het hoort”: het zijn allemaal voorbeelden van een manier van werken die jou meer kwaad dan goed doet. Ik hou van eigenzinnige mensen. Mensen met het motto: ”I do it my way”. En vooral ook: “I know my way.” Mijn patroon was zo iemand. Dat kwam op verschillende manieren tot uiting. Zo was hij bijvoorbeeld graag bereid om als referent op te treden voor mijn RAIO-sollicitatie (ik ben voor deze stap behoed omdat ik niet door het assessment kwam: één van de vele blessings in disguise in mijn leven), maar kon hij het niet laten om in de betreffende brief aan te geven dat hij dacht dat ik toch vooral een goede advocaat en geen rechter was…. Het toppunt van zijn eigenzinnigheid was denk ik wel bij zijn afscheid van kantoor, toen hij met pensioen ging. Hij kon de theatershow die kantoor voor hem geregeld had (een vrij vernieuwende, artistieke versie van een voorstelling van Hans Teeuwen), duidelijk niet waarderen; dat was voor iedereen die avond helder… Man, wat hield ik van die man. Ik ben nog steeds dankbaar dat hij mijn patroon was. Niet onfeilbaar. Wel puur. Zichzelf. En precies dat is waar het in mijn trainingen en coaching om draait: vanuit jouw authentieke vorm jouw werk doen, relaties aangaan, leven. Er is een prachtig instrument waarmee jij kunt ontdekken wanneer jij echt jezelf bent, wat “jouw ding”, jouw unieke potentieel is. Jouw “toverstokje” in dit leven. Dat instrument heet de Tzolkin. De Tzolkin helpt je jouw natuurlijk kwaliteiten en mogelijkheden in kaart te brengen en (ook niet onbelangrijk!) jouw valkuilen te doorzien. Zodat jij weet wie jij echt bent en welke weg jij hebt in te slaan. Binnen de juridische wereld. Of daarbuiten. Als jurist of advocaat heb jij nu de kans om op unieke wijze kennis te maken met dit mooie instrument. Op 6 juli organiseer ik namelijk op een prachtige locatie in de buurt van Utrecht de Masterclass Legal meets Tzolkin voor juristen en advocaten. Ga naar https://legalonlineacademy.com en bestel voor 1 juni je ticket, dan betaal je geen €197 maar €147! Er hebben zich al prachtige mensen aangemeld. Ik kijk ernaar uit ook jou daar die dag te ontmoeten!
0 Comments
Leave a Reply. |
AuteurIngrid Walrecht is adviseur, trainer en coach voor executives, advocaten en juristen en spreker op het gebied van persoonlijk & zakelijk leiderschap. Archieven
Juni 2021
Categorieën
Alles
|